‘Het leven wordt echt nog wel geleefd hier’

“Ik neem vooral veel warmte mee naar huis vanaf deze plek, geen verdriet, dat blijft hier. Dat wil niet zeggen dat het me niet raakt, maar het is niet mijn verdriet.” Sandrien Volgers (66) is sinds oktober 2020 vrijwilliger bij Hospice Jasmijn.

Ze heeft haar hele werkzame leven in de psychische sociale dienstverlening gewerkt. “Hier kunnen laten wat hier hoort, dat is natuurlijk wat ik ook jaren heb moeten doen, vanuit professie.”

Rien Petersen (71) begon op zijn 61e als vrijwilliger in het hospice. “Ik was de eerste man, inmiddels zijn er drie.” Rien is er elke woensdagmiddag en regelmatig een zaterdagmiddag. “Eigenlijk doe ik hier wat de man thuis ook doet. Naast dat ik er gewoon ben en meedraai, doe ik ook de technische dingetjes. Zoals de kerstverlichting en de buitenboel.” Hij wist dat het werken met mensen hem lag. “Ik heb tijdelijk een ambt in de kerkenraad gehad en ik vond het altijd fijn om met het pastoraat bezig te zijn, dat trok me het meest.” Er is een dominee voor het hospice en vaak is de kerkelijke achtergrond van een bewoner bekend. “Maar de wens om bijvoorbeeld samen te bidden of bijbel te lezen, komt altijd van de bewoners uit. Anders is het al snel opdringerig. Het graag iets willen betekenen, ook in dat opzicht, is wel een van de redenen waarom ik voor dit vrijwilligerswerk heb gekozen.”

Voor Claudia Luhulima (51) wordt het de achtste Kerst in het hospice. Toen ze nog een meisje was, overleed een tante in het ziekenhuis. “Alle dokters en verplegers deden hun best er voor haar te zijn, maar alles ging in vaart. Er was geen tijd om bij haar stil te staan.” Veel later zag ze een stukje documentaire over een hospice, ze was toen 27. “Dat is altijd blijven hangen. Toen ik acht jaar geleden de kans kreeg hier vrijwilligerswerk te doen, heb ik niet lang na hoeven denken.” Ze vindt het nog elke dag bijzonder. “Je stapt in iemands leven als ze heel kwetsbaar zijn. Ze omarmen je en nemen je mee. Jij mag begeleiden, maar zij nemen je mee.”

Wijntje, biertje of borrel
Zowel Sandrien als Claudia en Rien vinden de donkere dagen voor Kerst een bijzondere periode in het hospice. “Vorig jaar heb ik het als heel intiem, heel mooi ervaren. Er werd zoveel mogelijk aan de wens van de gasten voldaan. Als ze met het hele gezin wilden eten, werd de tafel voor ze gedekt. Als ze een eigen diner klaar wilden maken, mochten ze de keuken gebruiken. Soms werd er besteld, dan dekken wij de tafel mooi. Het kan allemaal”, zegt Sandrien. Vorig jaar waren er door Corona geen gezamenlijke activiteiten, alles werd in het eigen gezinsverband, op de kamers van de gasten gevierd. Maar ook het afgelopen jaar werd altijd gekeken naar wat wel mogelijk was. Sowieso kan er veel in het hospice. “Als mensen een wijntje willen drinken, een biertje of borrel, dan kan dat. Een sigaretje of zelf blowtje doen, mag en kan. We willen de kwaliteit van het leven in die laatste fase zoveel mogelijk hoog houden en dat kan niet als je mensen dingen ontzegt die ze graag willen. Tot op zekere hoogte natuurlijk.” Claudia: “Het leven wordt echt nog wel geleefd hier. Niet meer in grote dingen, maar zeker in de kleine dingetjes. Hier zijn niet de ‘sterfkamertjes’.”

Contrast
Claudia werkt deze Kerst beide dagen. Ze is benieuwd naar het contrast tussen de Kerst hier en de Kerst thuis. “Op kerstavond eten wij met vrienden. Op de eerste kerstdag vieren we het bij mijn schoonzusje. Daar ga ik uit werk naar toe. Op de tweede kerstdag slaap ik een beetje bij en dan begint mijn avonddienst om 16.30.” Zowel een hele traditionele Kerst thuis als een Kerst in de bubbel. “Een heel contrast, levendige traditie tegen rust en eindigheid hier.”

Na tien jaar als vrijwilliger is het hospice zo verweven met het leven van Rien dat hij het contrast met deze dagen thuis of op ‘het werk’ niet meer zo voelt. “Het hoort er eigenlijk gewoon bij.” Is het werk in het hospice na al die jaren dan ‘normaal’ voor hem? “Nee, ik ben nog altijd heel betrokken, ook bij de mensen zelf. Je bouwt ook een band met ze op, niet alleen met degene die gaat sterven, maar ook met de partner, de kinderen of ouders. Dan is het soms wel heel triest dat het afscheid zo snel volgt. Gelukkig kan ik het meestal hier laten, op de fiets naar huis valt het van me af. Niet altijd hoor, maar dan ziet mijn vrouw het aan me en dan ‘laat ze me even’.”

De Kerst van Rien en zijn vrouw wordt een traditionele. “Ik houd wel van uitbundig. Een grote boom in huis met veel lampjes, ook de tuin is flink versierd. Maar ik kan maar zo op nieuwjaarsdag in mijn hoofd halen dat het klaar is en dan is het allemaal weer weg.” Zijn kinderen en kleinkinderen komen Kerst vieren. Oud en Nieuw wordt al 52 jaar om-en-om met dezelfde vrienden gevierd.

Sandrien gaat met Kerst drie dagen wandelen in Twente. “Goed voor mezelf zorgen”, zegt ze lachend. Ze is geen fanatiek wandelaar, maar ze loopt regelmatig. Vroeger deed ze dat ook wel met haar cliënten van werk. Voor Sandrien is het een soort lifestyle, luisteren en zorgen. “Zo mooi dat ik dat hier ook in mag zetten. De gesprekken filteren, er uit pikken waar ik iets mee kan, waar ik mee kan helpen.” Als het haar soms teveel wordt, kan ze collega’s bellen. “Ik heb een keer gehad dat er iets bleef knagen aan me toen ik eenmaal thuis was. Ik kon het niet loslaten. Toen heb ik een collega gebeld en daarna mocht het een plekje krijgen.”

Collega’s
Dat vinden ook Claudia en Rien heel fijn, het onderlinge contact met de zorgcollega’s. “Tijdens de laatste herdenkingsdienst had de voorganger het over het aantal mensen dat jaarlijks bij ons overlijdt. Dat zijn er tussen de 50 en 55 en dat keer 7.5. Toen greep het me even bij de keel en dat moest ik kwijt”, zegt Claudia. Ook als er een gast overlijdt met wie ze een goede klik had, is het even  moeilijk. “Vaak als er in de kamer van die overledene nog geen nieuwe bewoner is, doe ik even het lampje aan. Het hoeft van mij dan niet meteen donker te zijn.”

Door Petronella van het Goor van www.harderwijksezaken.nl