Zaterdag 14 oktober was de open dag van Hospice Jasmijn op Sonnevanck. Zorgprofessionals en zorgvrijwilligers gaven samen invulling aan die dag. De taakverdeling tussen die twee disciplines maakte – wellicht onbewust – inzichtelijk hoe de zorg van de toekomst eruit gaat zien. De zorgprofessionals gaven een presentatie en maakten visie en beleid van het hospice duidelijk. De zorgvrijwilligers gaven rondleidingen. Professionals en vrijwilligers stonden gezamenlijk de geïnteresseerden te woord en voerden samen soms indringende gesprekken met hen.

Ik ben een van die vrijwilligers op het hospice. En ik was op 14 oktober een van de bevoorrechten die de geïnteresseerden mocht rondleiden en te woord mocht staan. Binnen mijn vrienden- en kennissenkring weten mensen dat ik vrijwilliger ben op het hospice. Ik was daar al vrijwilliger voordat ik mijn partner als gevolg van dementie verloor.

Diverse vrienden vragen me daarom soms: “Is dat niet vreselijk moeilijk?” Mijn antwoord is altijd: “Nee, het is onvoorstelbaar dankbaar.” Juist die dankbaarheid maakt dat het energie oplevert en geen energie kost.

Op het hospice maak je mensen mee in hun meest kwetsbare situatie. In één van mijn vorige blogs schreef ik al dat als je jezelf kwetsbaar opstelt, je vermoedelijk op je sterkst bent. In elke dienst die ik op het hospice doe, ervaar ik dat. Omdat in de contacten met de gasten en hun naasten er sprake moet zijn van een goede balans tussen professionele afstand en betrokken nabijheid, geldt die kwetsbaarheid vooral voor onze gasten en hun naasten.

Ik zat een van onze gasten voor te lezen uit een boekje van Annie M.G. Schmidt dat ze van huis had meegenomen. En wie Annie M.G. Schmidt een beetje kent, weet dat ze best wel ondeugende verhalen kan schrijven. De dame kon er smakelijk om lachen toen ik aan het voorlezen was. Ik had niet in de gaten dat een van de kinderen tijdens het voorlezen was binnen gekomen. Ik zag haar pas toen het verhaaltje uit was. Haar reactie:

 “Weet je hoe lang het geleden is dat ik mijn moeder zo heb zien lachen?”

Lachen. We doen het zoveel mogelijk. Ook al zijn de omstandigheden soms intens verdrietig. Gasten die nog enigszins mobiel zijn en die dat willen, nodigen we tijdens de maaltijd uit om in de woonkamer bij ons aan de eettafel te komen zitten. Samen eten, luisteren, praten, foto’s van (klein)kinderen uitwisselen, uit de bijbel lezen, noem maar op. In de woonkamer staat ook een kast met spelletjes en speelgoed voor jonge kinderen. Die maken daar veelvuldig gebruik van. Ze kunnen ook een twee verschillende knuffels krijgen: een vrolijke en een verdrietige. En met enige regelmaat nemen ze die mee wanneer ze bij opa of oma op bezoek komen.

Dat alles levert bijzonder momenten op. En ook dankbare naasten die zich gelukkig prijzen met de zorg, aandacht en betrokkenheid die we onze gasten tot aan hun overlijden hebben kunnen geven.

Rob Sudmeijer

 

Wie wil weten waar het hospice voor staat:

For privacy reasons YouTube needs your permission to be loaded.

Ik Accepteer