In 2020 is deWet zorg dwang (Wzd) in werking getreden. Door deze wetswijziging kunnen zaken in de zorgverlening zijn veranderd. Wat betekent deze wet  voor bewoners van woonzorgcentra van de Zorggroep? Hieronder vindt u de antwoorden op de meest gestelde vragen over de Wzd.

De Wet zorg en dwang beschermt de rechten van mensen met een verstandelijke beperking of een psychogeriatrische aandoening zoals dementie. Volgens de wet moet onvrijwillige zorg zo min mogelijk worden toegepast.

Een bewoner valt onder de Wet zorg en dwang als er sprake is van een psychogeriatrische aandoening, bijvoorbeeld de ziekte van Alzheimer. Een bewoner met zo’n aandoening heeft met de wet te maken als hij of zij het niet eens is met de zorg die de zorgverlener wil geven. Of als de vertegenwoordiger het niet eens is met de geboden zorg.

Onvrijwillige zorg is zorg die een bewoner of zijn/haar vertegenwoordiger niet wil, maar die de zorgverlener wel nodig vindt. Bijvoorbeeld: verplicht medicijnen innemen of niet zonder begeleiding naar buiten mogen.

Onvrijwillige zorg mag alleen gegeven worden als er anders sprake is van ernstig nadeel voor de bewoner of zijn/haar omgeving. En alleen als er geen minder ingrijpende alternatieven zijn.

De wet geeft voorbeelden:

  • levensgevaar
  • ernstig lichamelijk letsel
  • ernstige psychische, materiële, immateriële of financiële schade
  • ernstige verwaarlozing
  • bedreiging van de veiligheid van de cliënt

Als er sprake is van een van deze voorbeelden, of als de kans erop heel groot is, hebben we het over ernstig nadeel.

Er zijn verschillende groepen vertegenwoordigers:

  1. De wettelijk vertegenwoordiger: dit is een curator of mentor die door de rechter benoemd is.
  2. Een schriftelijk gemachtigde: dit is iemand die door de wilsbekwame cliënt zelf is vastgelegd in een schriftelijke verklaring.
  3. De echtgenoot, partner of levensgezel van de cliënt (indien wilsbekwaam).
  4. Een ouder, kind, broer, zus, grootouder of kleinkind.

Bij beslissingen over de zorg of ondersteuning kijkt de zorgverlener eerst of de cliënt zelf nog wilsbekwaam is om de keuze te maken. Als dit niet zo is, dan wordt de vertegenwoordiger bij de keuze betrokken. Dit gaat in de volgorde zoals die hierboven beschreven.

De Wzd omschrijft onder andere de rol van de zorgverantwoordelijke. Dit is iemand die verantwoordelijk is voor het bespreken, uitvoeren en evalueren van het zorgplan. Hij of zij is ook het eerste aanspreekpunt voor vragen over onvrijwillige zorg. In de Zorggroep is dit de coördinerend verzorgende.

Bij vragen of klachten over onvrijwillige zorg kan de bewoner of de vertegenwoordiger terecht bij de cliëntenvertrouwenspersoon. De cliëntvertrouwenspersoon biedt ondersteuning aan de bewoner of familie. Dus ook naasten kunnen altijd bij de vertrouwenspersoon terecht met vragen, een klacht of een probleem.

Neem dan contact op met uw contactpersoon binnen de Zorggroep.

Ook vindt u meer informatie op www.dwangindezorg.nl